Stichting duurzame Ontwikkeling Nederland Suriname
BEL ONS +31 (0) 35 69 53 405
Donateur worden

Verslag d’ONS congres 2015

CONGRES 2015

Verslag

Congres ‘Ontwikkelingen in de duurzame landbouw’ op 4 en 5 juni 2015, Paramaribo, Suriname

Op 4 en 5 juni 2015 is in Paramaribo, Suriname, een internationaal tweedaags congres georganiseerd waarin het thema ontwikkelingen in de duurzame landbouw en in het bijzonder de zadenvoorziening, centraal stond. Dit congres is georganiseerd door stichting duurzame Ontwikkeling Nederland Suriname (d’ONS), in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken (EZ Nederland), de Nederlandse ambassade in Suriname, het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij (LVV Suriname), de Anton de Kom Universiteit (Suriname), Incotec (Nederland), Staatsolie (Suriname), Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) en andere betrokken organisaties uit Nederland en Suriname. De locatie was hotel Torarica.

Naast plenaire sessies, workshops, paneldiscussie en een biologische markt, werd tijdens het congres voor het 4e achtereenvolgende jaar awards worden uitgereikt aan de duurzaamste micro-landbouwers van Suriname. 
 
Met dit congres heeft stichting d’ONS samen met landbouw- en zadendeskundigen uit Suriname en Nederland geprobeerd een stand van zaken te geven van de duurzame landbouwsector, inclusief de zadenvoorziening. Dit congres is de aanzet tot een meerjarig programma van projecten en activiteiten in Suriname, waaronder de opzet van een digitale kennisbank die de verbinding moet leggen tussen lokale telers en Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en bankinstellingen.
 
De verschillende presentaties, workshops en paneldiscussie hebben duidelijk gemaakt dat er een enorme behoefte is binnen de landbouwsector om op een constructieve wijze met elkaar samen te werken, te leren en te netwerken. 
 
De belangrijkste conclusies van het congres geven aan dat er behoefte is aan het opzetten van laagdrempelige trainingen op lokaal niveau waar boeren elkaar helpen en leren van elkaar. Hierbij moet er een lokale landbouw instituut betrokken worden, die assistentie kan verlenen en continuïteit kan bieden.
Daarnaast dient er een digitale kennisbank opgezet te worden, waar de lokale kennis samengebracht wordt en relevante informatie verspreid wordt. Via deze kennisbank zal ook een verbinding moeten worden gelegd met een opleiding, zodat studenten kunnen participeren en een vaste kern gaan vormen. Tenslotte is een betaalbare vorm van microkredieten noodzakelijk om de boeren financieel te helpen met het investeren in hun bedrijf en op die manier de stap te maken naar het vergroten van de voedselproductie voor de lokale- en op termijn de internationale markt.